Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Een [1]lied Hammaaloth. Als de HEERE [2]de gevangenen Sions [3]wederbracht, [4]waren wij gelijk degenen, die dromen. 1. Zie hfdst.120 vs.1. 2. Hebr. de gevangenis; dat is, de gevangenen van Zion, dat is, het volk Israel. 3. Te weten, uit de Babylonische gevangenschap, enz. 4. De zin is: Wij Joden, wederkerende uit de Babylonische gevangenschap, wisten en gevoelden wel dat het waar was, nochthans twijfelden wij of het inderdaad waar was, of dat het een droom was. Zie Jes.29:7,8; Hand.12:9.